“De jonge Laudy speelt graag met blokken. Hij kan ze mooi stapelen en geeft ze zelfs namen: het Lorentzblok, het Rijnsburgerblok. Maar al bouwend houdt hij een blok over. Een groot rechthoekig blok, het busstation. Waar moet hij dat nou plaatsen? Weet je wat, denkt hij, ik zie nog een gaatje aan de andere kant van het spoor. In het Terweepark, daar kan ik het wel kwijt.
Maar hoe hij ook perst de grote rechthoek met de bussen krijgt hij niet gepropt in de kleine driehoek met de bomen. “Het moet lukken!”, roept hij. Wacht, er staat nog een groot huis naast, dat moet dan ook weg. Boos pakt Laudy zijn hamertje. Maar nog voordat hij zijn hamer kan laten landen, houdt een sterke arm hem tegen: ‘Handen af van Antoinette!’ Antoinette is de naam die je ontdekt op de gevel van Villa Antoinette, het Rijksmonument bij het station.
Gelukkig komen net drie Leidse architecten aangelopen: “Jongen, een probleem los je niet op door het te verplaatsen. Je moet omdenken. Die parkeergarage van jou aan de Lammermarkt was een slim idee: onder de grond. Dat kan ook met het busstation. Er ligt al een tunnel en ik ken nog een bouwer die je wel wil helpen. En als dat nou teveel centen kost, dan heb ik nog een idee. Je kunt altijd nog blokken stapelen bovenop het busstation van nu.”
Jaren later, in 2025 toen alles klaar was, zeiden de Leienaren tegen elkaar: “Die Laudy, dat was de wethouder van ’14 – ’18 die alle blokken in Leiden op de juiste plaats kreeg.” Zo bleef het Stationsgebied van Leiden aan beide zijden mooi.
En Antoinette? Die was inmiddels 139 jaar en genoot nog dagelijks van haar uitzicht op het Terweepark.”